AHMAS

Thema.Leiderschap

• A. Leiderschap
  • Inleiding leiderschap
  • 1. Uitgangspunten
  • 1.1 Belangen
  • 1.1.1 Doeltreffend handelen
  • 1.1.1 Ongewone vragen
  • 1.1.1.1 Balanceren
  • 1.1.1.1.1 Fractaal
  • 1.2 Context
  • 1.3 Cultuur
  • 1.4 Kaders
  • 1.5 Positie
  • 1.6 Succescriteria
  • 1.7 Wederkerigheid
  • 1.8 Interactiviteit
  • 1.9 Randvoorwaarden
  • 2. Ordenen
  • 2.1 Begrippen
  • 2.1.1 Sociale normativiteit
  • 2.1.2 Kwaliteiten
  • 2.1.3 Kwantiteit
  • 2.1.4 Doelen
  • 2.1.5 Leiderschapskaders
  • 2.1.6 Leiderschapsposities
  • 2.1.7 Leider
  • 2.1.8 Voorwaarden
  • 2.2 Modellen
  • 2.3 Theorieen
  • 3. Levensloop
  • 4. Historie
  • 4. Individualiteit
  • 5. Contrasten
  • 6. Bronnen
  • x.2.1 Verbinden
  • x.3. Dilemma's
  • x.3.2 Samenwerking?
  • x.3.6 Meer in het leven?
  • x.5. Teams aansturen
  • x.5.1 Stimuleer 'samen'
  • x.5.3 Dwarsverbanden
  • x.5.4 Teams
  • x.5.5 Faciliteren
  • x.5.6 Ingrijpen!
  • x.6. Innovatie
  • x.6.1 Ontwikkeling
  • x.6.2 Zelfevaluatie
  • x.7. Pers. ontwikkeling
  • x.7.4 Stap voor stap
  • x.8. Pers. leiderschap
  • x.8.1 Context
  • x.8.2 Lerende organisatie
• B. Methode
• C. Pers.Leider
• D. Ervaringsdeskundigheid
• E. Studiemodules
• Literatuur & Bronnen

x.8.1 Context

Leiderschap houdt rekening met de (veranderende) context waarbinnen men werkt. Afhankelijk van de situatie of setting kiest men een andere balans tussen sturing en ondersteuning.

Hoe doe ik dat? 

• U instrueert: veel sturing, weinig ondersteuning
  
• U overtuigt: veel sturing, veel ondersteuning 
  
• U overlegt: weinig sturing, veel ondersteuning 
  
• U delegeert: weinig sturing, weinig ondersteuning.