1.4 Kaders

Een kader is een samenhangend geheel van theorieën en concepten dat een manier van kijken biedt op de mens en de wereld. Het gaat hier vooral om de wijze waarop men leiderschap in een groter geheel plaatst. 

                                     

Hoe doe ik dat?

  1. U beoordeelt leiderschap vanuit een pragmatisch perspectief. U denkt in termen van functionaliteit
  2. U plaats de zaken in een vakinhoudelijk of beroepsmatig perspectief. U denkt in termen van doelmatigheid
  3. U beoordeelt in termen van goed of slecht, in wat zou moeten of juist niet. U kijkt naar moraliteit
  4. U beoordeelt in termen van goed of slecht met het oog op de gevolgen voor anderen. U kijkt naar ethiek
  5. U denkt in termen van mooi, lelijk of elegant. U gebruikt het begrip esthetiek
  6. U denkt in termen van plezier, energiek of juist vervelend. U hanteert het begrip vitaliteit
  7. U stemt uw handelen af op de situatie of setting waarin u verkeert. U beziet leiderschap vanuit contextualiteit
  8. U bewaakt tussen al deze kader de balans (zie 1.1.1.1 Balanceren)

 Meer weten? Zie Uitgangspunten